Luchtgordijnen
Voor een van haar toepassingen heeft Frico subsidie ontvangen van Vinnova (Zweedse overheidsinstelling voor innovatiesystemen) ten behoeve van een onderzoeksproject dat is opgestart om te komen tot een nieuwe meetstandaard voor luchtgordijnen.
Doel van het project is het omschrijven hoe goed een luchtgordijn onder verschillende omstandigheden in staat is een beschermende luchtbarrière op te werpen en met de verkregen resultaten een vergelijkende testmethode te creëren voor het vermogen van specifieke modellen luchtgordijnen om zo de productontwikkeling een zetje in de goede richting te geven.
Vandaag de dag weten we dat infiltratie door muren, daken en toegangsdeuren voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor het totale energieverlies van gebouwen. In verschillende bouwrichtlijnen is vastgelegd hoe een gebouw zo energiezuinig mogelijk moet worden gemaakt. De regels zijn echter minder duidelijk als het gaat om het energieverlies dat iedere keer weer optreedt als een deur wordt geopend en gesloten. Een manier om luchtlekkage via toegangsdeuren in winkels, winkelcentra en andere commerciële gebouwen waar veel mensen komen te verminderen, is het plaatsen van luchtgordijnen. Er is momenteel nog geen meetstandaard om het vermogen van verschillende luchtgordijnen te kwantificeren en te vergelijken of om aan te kunnen geven welke eigenschappen van een luchtgordijn de effectiefste bescherming bieden.
Het gevaar van de huidige discussie over energiebesparing schuilt erin dat luchtgordijnen als gevolg van gebrek aan kennis ten prooi vallen aan allerlei wet- en regelgeving. Daarom is het belangrijk dat niet alleen wetenschappelijk wordt aangetoond dat luchtgordijnen werken, maar ook in welke mate. Een groep in het kader van Eurovent samenwerkende fabrikanten onderzoekt de mogelijkheid om voldoende bewijs aan te leveren en de huidige Europese bouwnormen dusdanig te beïnvloeden dat deze worden aangepast en verduidelijkt in termen van ontwerp van de toegang en installatie van luchtgordijnen. Deze meetstandaard is ook belangrijk voor de eindgebruiker, aangezien beslissingen over investeringen hierdoor eenvoudiger worden. Consultants die eindgebruikers helpen met de documentatie hebben baat bij dit bewijs, omdat dit ertoe bijdraagt dat het daadwerkelijke effect van het plaatsen van een luchtgordijn kan worden aangetoond.
Er zijn al eerder tests uitgevoerd om de effectiviteit van luchtgordijnen te onderzoeken. Het probleem met deze eerdere tests is dat er ofwel een te klein aantal panden werd getest ofwel een te specifiek testgebied werd afgebakend, zoals het vermogen van luchtgordijnen in koelruimten. Het unieke van dit onderzoeksproject is dat er nu een mogelijkheid geboden wordt een CFD-tool te creëren die ook geverifieerd kan worden aan de hand van praktijktests. Als de methode betrekking moet hebben op verschillende in werkelijkheid voorkomende variaties in toegangen, is het uitermate tijdrovend om alleen met laboratoriumtests een methode te ontwikkelen. Met behulp van CFD-simulaties kunnen de verschillende parameters afzonderlijk worden bestudeerd en kan de representativiteit van de methode worden vergroot. De CFD-simulaties moeten worden geverifieerd aan de hand van praktische tests om voldoende wetenschappelijke onderbouwing te verkrijgen en daarmee aanvaard te worden binnen de industrie. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met het Technisch Onderzoeksinstituut van Zweden (SP) met financiële steun van Vinnova (Zweedse overheidsinstelling voor innovatiesystemen).
Een van de doelstellingen van het project is dat de eindgebruiker eenvoudig in staat moet zijn het vermogen van verschillende luchtgordijnen te vergelijken om zodoende, in termen van energiezuinigheid, voor een beter product te kunnen kiezen. Daarnaast wordt dit een belangrijk verkoopargument voor de gehele sector en leidt het, hopelijk, tot een erkenning van het feit dat de manier waarop Frico luchtgordijnen ontwerpt garant staat voor echte energiebesparingen. Bovendien kan het vanuit de markt leiden tot een grotere vraag naar innovatie en de ontwikkeling van betere en energiezuinigere installaties in gebouwen.